Faroer en Ijsland 2007

Gestart door Zwerver, 09 augustus, 2007, 15:23:03

Vorige topic - Volgende topic

0 leden en 3 gasten bekijken dit topic.

Zwerver

Reisverslag (deel 1) van van mijn 23daagse rit naar de Faroer en Ijsland.
(Klik op de foto's om een groter formaat te zien.)

Dag 1, Vrijdag 13 juli, van Schin op Geul naar Ribe (DK)

Zaterdag 7 juli met hulp van Mokam de 23liter HPN tank en het Touratech kofferrek gemonteerd,
maandag naar TechnoFlex Suspension voor verdere aanpassing aan de vering voor het te verwachten hogere gewicht
door extra benzine en bagage, en woensdag de motor opgehaald om eens rustig een avondje te kunnen proberen hoe de boel op te pakken.
Gelukkig past mijn oude VP45tanktas zonder al te veel aanpassingen en daar ik dit jaar solo rijd kan de bagagerol op het zadel.
Van een maat een stuk schapevacht gekregen tegen het doorzitten op de autobaan, en donderdagavond staat de boel opgepakt en wel klaar voor vertrek.
Vrijdagochtend nog even een nieuwe TKC80 laten monteren en begonnen aan de eerste en meest vervelende etappe, autobaan naar Denemarken.
Drukte valt mee, zelfs bij de Elbetunnel bij Hamburg middenin de avondspits nauwelijks file. Tegen 18:00 de Deense grens gepasseerd en de autobaan verlaten richting
westkust. Hamburger/tankstop en uiteindelijk uitgekomen in Ribe, het oudste stadje van Denemarken volgens de erg vriendelijke campingbeheerder.

Grappig was dat ik in Ribe, toen we op een infobord stonden te kijken waard de camping was, werd aangesproken door een Nederlander die daar met zijn camper op de parkeerplaats stond: "Jij bent toch Geert, of niet?". Bleek dat hij ook vaker bij Mokam kwam en dat we elkaar wel eens ontmoet hadden op de wintertreffens van MC Hamaland. Een klein wereldje.

Dag 2, van Ribe naar de ferry in Hanstolm

Nog maar een kleine 200km te gaan vandaag tot Hanstolm, waar we om 18:00 aanwezig moeten zijn voor de ferry.
Alle tijd dus om rustig aan te ontbijten, en langs de kust omhoog te sukkelen met iets meer koffiestops dan normaal.
Op zich leuke wegen zo langs de kust, vaak door de duinen en en wat Deense Badplaatsjes.  Alhoewel ik geloof ik voor het eerst in mijn leven wat foto's heb gemaakt van een doorreis door Denemarken, was ook dit kustgebied geen streek waar ik langer zou willen vertoeven
of een vakantie naar toe zou plannen. Smaken verschillen blijkbaar, want er was nogal wat vakantieverkeer op deze wegen...

Camping in Ribe en onderweg langs de Deense kust


Tegen 17:00 aangekomen in de haven van Hanstolm, waar we de Norröna 2 net zagen binnenvaren.
Op de parkeerplaats al een bonte verzameling van voertuigen in alle soorten en maten, met hier en daar erg avontuurlijk uitziende
off-road geschikte creaties. Van het handjevol motoren was zo'n beetje de helft KTM's, en zeker de 950adv was goed vertegenwoordigd.
Meest opvallende was de 125cc Scooter, zwart met veel chroom en breed stuur, van een Duitse leraar, Knut, die voor de 2e keer hiermee naar Ijsland ging.
Ooit eerder zichzelf erg tegegekomen tijdens een fietstocht over Ijsland was deze scooter voor hem, zonder motorrijbewijs, een beter alternatief.
Knut hat Mut...

Haven in Hanstolm en de motoren


Inschepen verliep rustig, er waren zowel voor als achter in het ruim over de gehele breedte rekken waartussen te motoren konden worden vastgezet, en daar er niet meteen auto's achter ons werden gezet hadden we alle tijd en ruimte om de boel vast te zetten en naar boven te gaan.

Goed vastgezet en een medereiziger


Vergeleken met de Norröna 1 die we op onze eerste IJslandtrip hadden, is de Norröna 2 is groot en luxe schip, mooi beschut buitendek met glazen wand en dak, goede hutten met douche/wc, een meerdere barretjes, cafetaria's en zo ..
's Avonds aan dek het meegebrachte avondeten opgepeuzeld en een uurtje of wat over het water zitten turen, waar de enige onderbreking is het vele water een enkel boorplatform is.

Dag 3, korte laad/los stop in Lerwick op de Shetlands

De enige onderbreking in lezen, rondje lopen, kopje koffie halen, lezen op deze zondag is de tussenstop in Lerwick op de Shetland eilanden, waar een korte tussenstop wordt gemaakt om passagiers die via Schotland (Aberdeen / Northlink ferries) zijn gekomen aan boord te nemen.
Het is er mooi en helder weer, dus ook vanaf de boot kan ik enkele plekken ontdekken waar ik enkele jaren terug gekampeerd, gewandeld en gereden heb.

Bij Sumburgh Head, het zuidelijkste puntje van de Shetlands nog even een tijdje goed het water afgespeurd naar walvissen, het schijnt dat er in deze diepe vaargeul net voor de kust er nog al eens wat te zien zijn, maar helaas blijven ze dit keer buiten beeld/lens/blikveld.

Aankomst op de Shetlands en Lerwick


Dag 4, aankomst op op de Faroer

Op een wel zeer onchristelijk tijdstip, 5.00 uur worden we er door de scheepsomroep op geattendeerd dat we over 2 uur in Torshavn aanleggen en we van boord moeten.
Iedereen moet hier tot woensdag blijven wachten op de boot die nu eerst naar Bergen in Noorwegen gaat om passagiers van Ijsland daar te  droppen en nieuwe reizigers op te pikken.

Aankomst op de Faroer en TorsHavn


Marlies had op internet een camping gevonden die er wel aardig uitzag, bij een hotel in Eiđi, dus daar maar in alle vroegte naartoe gereden.
Het weer was wat bewolkt, maar droog, en de wegen goed onderhouden en tot d elaatste centimeter geasfalteerd. Om 8:00 uur 's morgens al voor je net opgebouwde tentje zitten na een toerritje is toch een aparte gewaarwording.
Tegen de middag werd het weer beter en beter, dus besloten om de eilanden eens te gaan verkennen. Tot vorig jaar waren alleen de eilanden Streymoy en Esturoy met een brug verbonden en dus zonder verder veerboten te bezoeken, maar sinds 2006 zijn er 2 tunnels bijgekomen, zodat in het noorden nu oa de eilanden Bordoy en Vidoy en in het westen Vågar te bereiken zijn.

Op de pas richting natuurlijke haven bij Gjógv (lett rotsspleet) door de wolken gereden,  evenals de tunnel onder zee naar de noordelijke eilanden erg verfrissend, maar verder lekker weer om te rijden. Onderweg even wat picknickbenodigdheden gehaald en in de zon, aan zee en vlakbij een waterval in het zonnetje gezeten.
Op het noordelijkste puntje van de eilanden kwam flinke bewolking binnen dus het laatste stukje noordelijk werd een natte bedoening.
Wel troffen we aan het eindpunt van deze weg Knut met scooter weer, die tunnels, bergen en regen getrotseerd had om daar te komen. Knut ging gut.
Ook een belevenis zijn de twee onverlichte singletrack tunnels met passing places op deze route; zeker terug naar het zuiden, met meer tegenverkeer was dit steeds sprintjes trekken naar de volgende inham.

Gjógv en in de wolken


Bij Elduvik en picknickstop bij Árnafjørđur


Dag 5, regenachtig wandeldagje

Bij aankomst hadden we de hoop dat het goede weer dat ze blijkbaar al weken hadden zou aanhouden; er waren vergeleken bij mijn eerste bezoek in 1997 heel wat minder watervallen te zien dus dat leek veelbelovend.
Het schijnt op de Faroer zo'n beetje 360 van de 365 dagen te regenen, en dit was dus 1 van die niet geheel droge dagen helaas.
Tot de middag zo'n beetje iedere aandrang om actief te worden weten te onderdrukken, maar nadat ook het laatste getik op de tent gestopt was
de wandelschoenen maar eens aangetrokken. Een wandeling langs de kust leek ons een aardig alternatief voor een ritje over kletsnatte wegen.

Terug in Eiđi kwan daar net Ulli voorbij, een Duitse V-Strom 650 rijder, met achterop, jawel, onze scoterpiloot Knut. Ging nicht Gut mit Roller von Knut...
Scoter was uitgevallen met vochtprobleem en Ulli had hem 30km op sleeptouw genomen terug naar een brommer/motorzaak in Torshavn, volgens Knut had hij nog nooit zo snel gereden op zijn scooter. Rest van de dag was ie dus achterop op de V-Strom de eilanden aan het verkennen, in afwachting van de reparatie van zijn scooter. Knut hielt Mut.

Eiđi en de camping in Eiđi


Dag 6, over de zuidelijke eilanden en terug naar de ferry

Om 15:00 werden we verwacht in Torshavn, voor de 2e boot-etappe naar Ijsland,  dus nog ruim de tijd om ook de zuidelijke eilanden per motor te verkennen.
Eerst even getankt en vervolgens de doodlopende weg naar Tjornovik gereden, gevolgd door de eveneens doodlopende, maar ook erg mooie weg naar Saksun.
Omdat we nog ruim de tijd hadden en het weer verrassend zonnig werd toch nog even doorgereden en de tunnel naar Vågar genomen, waar we aan het einde van de weg een pracht picknickplek in de zon hadden, met uitzicht over wat kleine eilandjes. Erg mooie plek om een volgende keer te gaan kamperen.

Tjornovik en Saksun


Tegen 15:00 aangekomen in Torshavn, volgetankt, en richting haven waar we de andere motorrijders weer troffen, inclusief Knut op een weer rijdende scooter.
War wieder alles gut mit Knut.
Nog even verbaasd/geamuseerd de passagiers van een naast onze ferry gelegen cruise schip van de HAL staan bewonderen, of beter gezegd
de outfits van deze passagiers, vrij concequent net te kleine kleren voor hun vaak te grote maat, en hier en daar zelfs (roze) pluchen oorwarmers tegen de wel erg bijtende kou in de behaaglijke middagzon. Dat dit volk ooit de eerste mens op de maan heeft gekregen en nu de enig overgebleven supermacht is, is op zo'n moment moeilijk te geloven, maar mathematisch gezien kan het toch geen toeval zijn geweest...

Eerste paar uur varen was erg mooi, tussen de eilanden door, in de zon, later werd het uitzicht weer wat saaier, zee.

Picknickplek op Vågar en de boottocht tussen de eilanden


Dag 7, van Seyđisfjörđur naar Skaftafell

Ijsland komt in zicht, besneeuwde toppen, nevel boven het water, en blauwe lucht erboven, ziet er veelbelovend uit.
Uitschepen verloopt vlotjes, alhoewel het even duurt eer er genoeg auto's vertrokken zijn om met de moteren eruit te kunnen.
Na door de douane voorzien te zijn van een (gratis) wegenbelasting sticker de 93 naar Egilstađir gereden om daar wat Ijslandse kronen te halen.
Geldautomaten zijn er op Ijsland genoeg zolang je in de buurt van de ringweg zit dus veel contanten inslaan is niet nodig.

Eerste blik op Ijsland


Op mijn eerste Ijslandrit, en mijn zusjes beide ritten ernaar toe zijn we tegen de klok ingereden, dus eerst noordelijk gegaan, dus als afwisseling
besloten om, nu eerst zuidelijk te gaan. Ulli, de Duitste V-strom650 rijder, informeert op de kamping even of het weer in het zuiden goed is,
en besluit  vervolgens om een tijdje met ons mee te rijden. Uiteindelijk is hij de hele vakantie met ons meegereden.

Via de 92 en 96 zuid langs de kust, slingerend door mooie fjorden en vanaf Breiđdalsvik de 1 weer opgepakt.
De wegen zijn goed en geasfalteerd, af en toe een paar kilometer onverhard, en enkel de wegwerkzaamheden zorgen dan voor
wat leuke afwisseling omdat ze graag met dikke lagen los grind werken.

Langs weg 96 en weg nr 1


Bij Höfn even de 99 opgegaan het stadje in om te tanken, na een goede 290km was de 17 litertank van John's Dominator aardig leeg.
Meteen even wat inkopen gedaan, en besloten door te rijden naar de kamping in het Skaftafell Nationale Park. Het landschap veranderd,
in plaats van de kust te volgen over wegen die langs de buitenkant van de bergen kronkelen rijden we nu meest over lange rechte stukken
door uitgestrekte zwart-grijze steenvlaktes met rechts in de verte steeds de immense ijsmassa's van de Vatnajökull gletstjer.
Onderweg een uitgebreide fotostop gemaakt bij Jökulsárlón, een meer aan de voet van een gletsjertong vol met van de gletsjer afgebrokkelde ijsmassa's.

Jökulsárlón


Skaftafell is druk, de meeste Ijslanders hebben ook vakantie in deze tijd, maar wel mooi. Links en rechts van de camping op loopafstand gletsjers, en ertussen een heuse beboste heuvel. Alhoewel dat bos ineens wat kleiner lijkt wanneer ik een paar wandelaars de heuvel al zie dalen, en de hoogste "boomtoppen" zo'n beetje knie-hoog komen....

De camping in Skaftafell en weg 1 langs de zuidkust

 
Dag 8, naar Kirkjubærsklaustur en de F206 naar Laki

Vandaag een korte etappe van zo'n 80km naar de camping in Kirkjubærsklaustur, omdat we 's middags de F206 naar de kraters bij de Lakigigar willen gaan proberen. Proberen, omdat we niet weten hoe de 5 doorwadingen zullen zijn die we volgens de kaart op deze 50km lange bergroute tegen zullen komen.
Tentje opgezet op een mooi veldje en het dorp in voor een kop koffie en benzine. Daar treffen we een Nederlands stel met twee xt660's die met
ons op de ferry waren, en die via VrijUit een weekje Ijsland rijden. Hun Xt's zijn nog voorzien van een laag rood zand van hun vorige reis, naar Australie...
Het leek hen wel leuk om mee te gaan naar Laki, hetgeen ons ook wel aardig leek, daar we hadden gehoord dat Bas nogal wat offroadervaring had; enkele jaren terug 52e geworden op een Honda in de Dakar.

De camping en het begin van de F206


Enkele kilometers westelijk van het dorp de 1 verlaten en de 206 opgegaan, en al vrij snel houdt het asfalt op en worden de stenen groter.
De eerste doorwading staat nagenoeg droog, enkel wat natte en dikkere stenen in de 20 meter lange rivierbedding. De volgende is wat vervelender, meer stroming, wat dieper, dikkere keien en twee stromen om te doorkruisen, maar ook deze gaat goed.
De weg gaat nu vaak stijl omhoog en omlaag richting doorwading 3, een metertje of 7 breed,  wat stroming en van onbekende diepte.
Besloten om even te wachten op een Landrover die we eerder hadden ingehaald, zodat deze eerst kon gaan  en wij dus zonder natte voeten een
idee van de diepte konden krijgen.
Avonturier stopt echter aan de waterkant en wacht op ons, waarop Bas besluit om dan maar als eerste te gaan. Net stroomafwaarts naast de "doorgaande" route is het maar een 20cm diep en nauwelijks stenen, dus het gaat een stuk makkelijker dan verwacht. Zo makkelijk dat na onze 6 motoren ook de landrover erdoor durft...

Hp2 te water en een dappere Ulli


Nummer 4 gaat ook makkelijk, weer een dubbele stroom, maar met weinig water en enkel wat dikke stenen. Hier is goed te zien dat het al weken niet geregend heeft, de rivierbedding is behoorlijk diep, en bevat zo te zien meest meer water dan nu. Ook later deze vakatie zullen we dit vaker zien, lage waterstanden, of zelfs compleet droge beddingen die zodoende een stuk makkelijker te doorkruisen zijn dan normaal het geval moet zijn...
Ook nummer 5 gaat goed, het door de auto's diep uitgereden spoor in ook hier net stroomafwaarts vrij ondiep, maar wel met een dikke zandlaag op de oever, ff ploeteren dus, en voor Anna net te diep om niet te vallen.
De laatste kilometers gaan over een andere planeet,  een zanderige route door een lavaveld, prachtig, maar wel opletten met de hier en daar ver uitstekende rotsen in het meest zwarte zand.
Ook Laki zelf is indrukwekkend, een serie kraters die zich kilometers lang rekt door een nagenoeg onbegroeid maanlandschap.

Lakigigar


De terugroute gaat vlotjes, op een slippertje van Marlies en Anna na die wat enthiousiast gas geven in de langste doorwading, en wat heikele momenten op de steile afdalingen met scherpe bochten voor Ulli op zijn V-strom met niet uitschakelbaar abs. Blijft wel opletten om niet te hard te gaan rijden en te proberen Bas bij te houden, daarvoor zijn er toch teveel scherpe knikken en dikke stenen die een voortijding einde van de vakantie kunnen betekenen...
Moe maar voldaan na onze eerste 100km serieuze 4x4route en 10 doorwadingen trakteren we onszelf 's avonds op pizza.

Dag 9, via Vik naar de Seljalandsfoss

Op de boot kregen we van Knut de tip om bij de vuurtoren van Vik te stoppen om daar de papagaaiduikers te bekijken, er zitten er daar vrij veel, en je kunt er tot op 1 meter vandaan komen. Sehr Gut Knut!
Net na Vik (en natuurlijk een koffiestop) eerst de 215 genomen naar de basaltrotsen aan de kust, en vervolgens terug naar de 1 en de 218 richting vuurtoren. Net voor de afslag naar deze vuurtoren op de Y-slitsing linksaf gegaan naar de rotsen met papagaaiduikers, en daar een uurtje rondgekeken en deze amusante, nijverige vogeltjes bekeken die af en aan vliegen met snavels vol visjes.

Basaltrotsen en papagaaiduikers bij Vik


Vervolgens door naar een camping aan de 249, vlakbij de Seljalandsfoss, omdat vanaf de parkeerplaats bij de waterval dagelijks om 11.00 een bus stopt met bestemming Þorsmörk. Nog even een korte stop bij de Skógáfoss, een erg mooie waterval, maar ook erg druk zo aan het einde van de middag.

De camping is mooi groot, en een rustige plek voor 3 tentjes en 4 motoren, met uitzicht op de Seljalandsfoss is dan ook zo gevonden.
's Avond nog even naar de waterval gelopen, lekker weinig andere bezoekers zo laat op de dag, dus ook het paadje achter de waterval hadden we voor onszelf.
Apart om een zonsondergang te bekijken vanachter een waterval...

Camping aan de 249 en de zonsondergang vanachter de Seljalandsfoss



Wordt vervolgd...
Geert Hp2
Only dead fish go with the flow

karz

sometimes the same is different, but mostly it's the same.

B-Witch

idd heel erg leuk geschreven, en supermooie foto's  :wink:
You may own the bike, but the bike possesses you.

Menke

Geweldig :thumbsup: en wat een mooi reisverslag en foto's :!:

Geloof ook dat ik zwerver wordt :rofl:

@Nippon

8)

ik denk dat ik ijsland ook maar op 't lijstje ga zetten  :mrgreen:


'ns kijken wil nog naar Noord-afrika/turkije/ hongarije/roemenië/baltische-staten/rusland  :shock:

ik prop 't er wel ergens tussen  :lol:

DeWitte

8) wil ik ook, mja wil zo veel :oops: sjieke foto's en reportage 8)
Treat every problem as your dog would: If you can't eat it, fuck it or piss on it, then walk away

SuzukiLimburg

Echt geweldig  :shock:
Moet toch echt ook nog eens een allroad aanschaffen  :D
Is that a thunderstorm? No, it's SuzukiLimburg!

Toledo

Mooi verslag en foto's, ben benieuwd naar deel 2  :thumbsup:
BMW  R1200GS Triple Black bwj: 2013
BMW F800GS bwj: 2017

HD4ever

Citaat van: "Zwerver"Reisverslag (deel 1) van van mijn 23daagse rit naar de Faroer en Ijsland.
...


Moooiiii  :worship-cool:
"Some people are alive only because it's illegal to kill them"

Desmo-devil

Schitterende reis heb je weer gemaakt zo te zien.
Kunnen de meesten van ons alleen maar van dromen om zo met je motor onderweg te zijn.  :worship-cool:

Steefke™

Citaat van: "Desmo-devil"Schitterende reis heb je weer gemaakt zo te zien.
Kunnen de meesten van ons alleen maar van dromen om zo met je motor onderweg te zijn.  :worship-cool:
:stupid:
ik had het zelf niet beter kunnen verworden
Smells like rubber

Zwerver

Deel 2

Dag 10, met de bus naar Þorsmörk

Van enkele Duitse motorrijders had mijn zusje bij haar vorige rit naar Ijsland gehoord dat het Nationale Park Þorsmörk erg mooi was,
maar dat de laatste rivieren voor de camping niet te doen waren met een motor. Dus besloten we om heel avontuurlijk de bus te nemen.
Geen touringcar, maar een Ijslandsse bus die "iets" hoger op zijn poten staat, en met een naar het oogde ervaren chauffeur; enkel bij de laatste
echt diepe snelstromende doorwading was ie even niet aan het bellen.
Om 11.00 ingestapt, na zo'n 25Euro aan Ijslandse kronen te hebben afgedragen, en begonnen aan anderhalf uur gehobbel over de F249.
Van de eerste paar riviertjes hadden we het idee dat het best meeviel, die hadden we ook nog kunnen overwinnen, maar de daaropvolgende doorwading bij een gletsjermeer was denk ik al wat veel van het goede. De laatste 2 voor de camping waren inderdaad ondoenlijk geweest, een bedding van 100m breed waarin meerdere kleinen stroompjes en een doolhof van bandensporen, en 2 moeders aller doorwadingen, het water kwam tot op de voorruit (2m hoog) en zelfs de bus werd achter weggduwd door de stroming. Er staat daar dus niet voor niets de hele dag een vrachtwagen met lier om avonturiers in 4x4 auto's
te hulp te komen.

Bij het gletsjermeer en de laatste doorwading


Tegen 1 uur, dus weer na een koffiepauze een paar uur gaan lopen, om 16.30 vertrok de bus weer richting bewoonde wereld.
Prachtig gebied om te wandelen, alhoewel de terugroute later pikzwart bleek te zijn op de wandelkaart, en voor ons gedeeltelijk transparant,
oftewel onvindbaar. Eerst door de bossen en vervolgens over een erg smal geiten (of beter schapen, want die zitten daar meer) paadje op een
grindhelling langs het water, gevolgd door een heuse crosscountrywalk over de heuvels terug, omdat daar ieder spoor van een schapen/geiten of mensenpad ontbrak.
Prachtig gebied, en zeker de moeite waard om volgende keer een dagje langer te blijven, er zijn een paar mooie campings en hutten, en je kunt er dagen wandelen.

Naast 1 van de campings en het schapenpaadje


Dag 11, naar Landmannalaugar

Van mijn vorige rit naar Ijsland, toen op een volbepakte 1100gs met duo, was de rit van en naar Landmannalaugar zo'n beetje de moeilijkste etappe; stijle hellingen met losse keien en lange stukken diep lavazand heen over de F208, en vrij veel water en zand terug over de F225 richting F26.
Maar Landmannalaugar met zijn rode, gele en zwarte bergen, lavavelden en warme beek mag je niet overslaan wanneer je naar Ijsland gaat.
De 1 gevolgd richting Hella, en vervolgens over de wasbordenrijke 264 en 268 naar de nog wasbordenrijkere F26. Mooie route, zeker het kruipdoor-sluipdoor stuk door een lavaveld op de 268.
Op de 26 na enkele kilometers afgeslagen de F225 op richting Landmannalaugar, en al na de eerste meters het gevoel op een andere planeet te rijden.
Zwarte weg, zwarte rotsen, uitgestrekte zwarte zand- en steenvlaktes, en hier en daar in de verte wat felgroene heuvels. Het had geregend, dus de zandvlaktes waren vrij hard en makkelijk te rijden.

Afslag naar de F225 en de zwarte vlaktes op de F225


Na enkele kilometers weer wat gedaald, en de eerste doorwading, een dubbel stroompje met wat keien, maar geen harde stroming en niet erg diep.
Verder door een groen dal langs het water, en steeds meer rode en gele ryolietbergen aan de horizon. Doorwading 2 zag er serieuzer uit, de doorgaande route was door veelvuldig gebruik een brede en diepe plas geworden. Even gekeken en weer iets stroomafwaarts een minder brede en diepe plek gevonden, wel met een dikkere laag los grind op de oevers.
Aan het einde van de F225 nog even gestopt bij een voor mij bekend bordje, de F208 zuidelijk gevolgd en na een paar kilometer rechts afgeslagen naar de camping,
waar de laatste 2 stromen op ons wachten. John dook enthousiast de doorwading in het verlengde van de weg in en toen ik hem slingerend en met protesterende NX aan de overkant zag komen besloot ik toch om maar een minder diepe route te zoeken. Wordt bijna saai, maar ook hier was, jawel, stroomafwaarts een makkelijker alternatief.
John lag intussen na doorwading 2 naast zijn motor, grind op de oever was verrassend diep. Dus in wedstrijd met Ulli wie het eerst kon helpen ging doorwading nummer 2 vrij vlot.

John op Marlies' DR bij doorwading en uitzicht op het dal bij Landmannalaugar


Tentje opgezet op het nogal drukke en erg rotsige veld, een hapje gegeten en op naar de warme beek!
Langs deze camping stroomt een vrij warme beek, en waar deze samenkomt met een echt warme beek is de boel afgedamd en een mooie grote badkuip ontstaan; alleen dat is al een reden om hier naar toe te willen komen! Alleen de koude wandeling terug naar de tent bij 2 a 3 graden is niet echt lekker, alhoewel je de warmte van het water vrij lang vasthoudt.  

Na de 2 laatste stroompjes en uitzicht op de camping


Dag 12, Landmannalaugar

's Morgens begonnen met een warm bad in de beek, waar Ulli zich al had geinstalleerd met zijn boek. Uurtje of twee (drie, vier) gebadderd en vervolgens en stuk gaan wandelen, eerst over de lava, vervolgens bergop naar wat actieve stoompotjes en terug langs een beekje aan de rand van het lavaveld.
Ook hier weer het gevoel op een andere planeet te zijn, vanwege het grotendeels ontbreken van begroeing en de onaards aandoende kleuren van de bergen.
Enkel de ook hier enkele uren per dag losgelaten stop-shoot-go busladingen maken je duidelijk dat je gewoon op aarde bent...

Wandelen rond Landmannalaugar




's Avonds weer een warm bad en nog ff gekletst en de avonturen aangehoord van een reisgezelschap van TT Nord, die met gids en bagagewagen enkele dagen Ijsland "deden". Vooral dapper vond ik de twee Tigers op noppen. Zij voelden zich allen minder dapper toen ze Ulli's motor zagen, de Vstrom met Abs, wegbanden, 3delig kofferset en genoeg chokolade en rookwaar om half Rusland om te kopen, en hoorden via welke route hij was gekomen....
Enkel hun gids met zijn bagageloze DRZ400, hij zo'n 2 meter lang en een veelvoud arrogant was niet onder de indruk, voor hem waren de gewone onverharde wegen een soort autobahn. Later hoorden we van enkele anderen dat net hij enkele dagen voor Landmannalaugar zijn motor had verzopen op de F88, toen hij wilde laten zien hoe je doorwadingen moet doen. Na twee oliewissels kon hij weer verder, maar blijkbaar was het geen reden geweest om wat minder brallerig te worden.

Dag 13, over de Sprengisandur - 1

De Sprengisandur, Europa's grootste woestijn... 250km niemandsland, geen gsm ontvangst, geen tankstations, enkel kilometers lang een aaneenschakeling van wasborden, lavazand, keien en doorwadingen,
met halfverwege de route een wandelhut met kampeerveld. Van 2 Zweedse KTM950 rijders die we in Landmannalaugar troffen begrepen we dat de rit "interessant" zou zijn, en de moeilijke doorwadingen pas
na de kamping halfverwege waren. Dat woord interessant gaf me toch wat de kriebels, net ervoor hadden ze op de kaart hun route tot dan toe laten zien, en wat foto's ervan. Begonnen met de F88 naar de Askja, en vervolgens een stukje F910 noordelijk langs de Vatnajökul, verkeerde afslag, en via een stippellijn op de kaart naar de F26. Een erg heftige route!

Met mooi weer vertrokken, de makkelijke route door de twee stroompjes genomen en de F208 noordelijk gevolgd naar de F26. Het had 's nachts weer geregend, dus de stuifzandpassages die voor Luc enkele weken
eerder moeilijk waren lagen er nu redelijk hard bij en gingen vrij makkelijk. Op de 26 (hier nieuw geasfalteerd ivm waterkrachtcentrale iets verderop) even een kilometer of 10 naar het zuiden gegaan om daar te tanken bij de laatste mogelijheid voordat we de noordkust zouden bereiken, en na jawel, een koffiestop noordelijk gegaan voor het grote avontuur.

Weg uit Landmannalaugar en het begin van de Sprengisandur


Het asfalt houdt na een paar kilometers noordelijk te zijn gegaan op en de wasborden beginnen. Intussen ervaren dat vanaf 80kmh het ergste gehobbel uitblijft, maar soms is die snelheid weer net te hoog om tijdig te reageren op ver uitstekende stenen, of diepere stukken gevuld met stuifzand. Blijft steeds een kwestie dus van geconcentreerd blijven en ver vooruit kijken, wat soms moielijk is gezien het onaardsmooie landschap om je heen. Als afwisseling van de wasborden komen er dan wat steile klimmetjes, meest met aardige bochten, en vooral veel losse en grote keien. Het landschap woord kaler en wat saaier wanneer je de hoogvlakte bereikt, dus het wordt makkelijker om je ogen op de weg te houden.
Volgens de kaart zijn er op de Sprengisandur 3 doorwadingen, waarvan 2 pas na de hut halfverwege. Kleinere stroompjes worden niet meegeteld blijkt, want we gaan deze rit regelmatig door wat water heen.
Net in 1 van deze makkelijker uitziende stroompjes, 20cm diep, meter of 5 breed en nagenoeg geen dikke stenen vindt Ulli uiteindelijk zijn Waterloo. Voorwiel raakt in het water een dikke steen, en motor raakt met zijn vrij lage bodemplaat steen 2. Valpartij in het water, maar gelukkig staat het laag genoeg om geen problemen te geven. Enkel zijn tanktas met daarin zijn camera is doorweekt.

De op de kaart aangegeven doorwading en Ulli's Waterloo in de daaropvolgende beek


Het weer werd intussen slechter en slechter, dikke bewolking, harde wind en zo nu en dan een onderkoelde regen. Het kampeerveldje zonderveel beschutting bij de hut zag er dan ook niet echt aantrekkelijk uit in dit weer, maar eigenlijk zagen we het niet zitten om die dag nog door te rijden en de 2 moeilijkste doorwadingen te gaan bedwingen. Dus eerst maar even de hut in om een kop koffie drinken en even te warmen.

Er werd door de beheerder meteen een 2 liter kan koffie gezet, en vervolgens gingen ze pannekoeken voor ons bakken. Da's pas een welkom na een lange dag rijden!

Dag 14, over de Sprengisandur - 2

Niet echt een aantrekkelijke dag om de tent uit te komen, koud, getik van de regen op de tent, en de wetenschap dat er vandaag twee moeilijke rivieren volgen. Nummer 1, op 100 meter van de tent, de vorige avond al even te voet gaan verkennen, en deze lijkt ondanks de breedte op zich te doen, hoewel nog niet duidelijk is hoe hard de stroming is. Van nummer 2 hoorden we van de beheerder dat ie best lastig kon zijn, het is een gletsjerstroom, dus ondoorzichtig bruin water, sneller stromend, en daardoor dus verraderlijk. Je kunt nooit weten of de route die de dag ervoor goed was vandaag ook nog de juiste is, of dat er door de stroming diepere stukken zijn ontstaan of dikkere stenen verplaatst.

De bergen 's avonds en 's ochtends


Eerst maar eens stevig ontbeten, ieder probleem wordt gehalveerd door een volle maag schreef ooit een Engelse survival expert. Marlies en John hadden hun tent al leeggemaakt en ook de binnentent ingepakt, waardoor hun 3 persoons WorldsEnd (What's in a name) tunnel een heuse ontbijtzaal was. Verrassend om te zien was dat de heuvels om ons heen voorzien waren van een nieuwe laag sneeuw. Eigenlijk ook niet zo verrassend, want mijn horloge gaf aan dat het 2 graden was die ochtend, en tegen de tijd dat we opgepakt waren viel er natte sneeuw.

Doorwading 1 ging onverwacht makkelijk, in tegenstelling tot voorgaande stromen was hier net stroomopwaarts van de gangbare route een ondiepere variant, met een adempauze op een zand/steenbank in het midden. Enkel de stroming in deel 2 was wat heftiger dan bij eerdere watertjes. Nummer twee iets verderop leek ook gevaarlijker dan ie in werkelijkheid was. Voor ik goed en wel van de motor was gestapt om de boel te bekijken was John er al grotendeels doorheengelopen en wees aan waar volgens hem een rijdbare route was.
Standaard routine op deze dagen was intussen om 's morgens alvast de motorbroeken vast te tapen aan de laarzen/schoenen, en eerst lopend de boel te verkennen. Afspraak was om bij twijfel de motoren
lopend over te zetten, om zo verzopen motoren (water aanzuigen bij val in water met draaiende motor) te voorkomen.
Toch kostte het wat zelfoverreding om als eerste deze stroom door te rijden en het was een apart gevoel om te merken hoeveel kracht zo'n riviertje heeft, al is het dan maar een centimeter of 30 diep.
Maar ook hier kwamen we allemaal goed doorheen, waardoor de tiental stroompjes verder op de route met heel wat meer zelfvertrouwen werden overwonnen. De route bleef uitdagend, veel steile hellingen, dikke stenen en de onvermijdelijke wasborden.

Na doorwading 1 en het laatste stukje F26


Net voor het einde van de F26, waar deze overgaat in de makkelijk te rijden ongeasfalteerde 842 gestopt bij een erg mooie waterval, de Áldeyarfoss. Eigenlijk is deze indrukwekkender dan die iets noordelijk hiervan gelegen Gođafoss, die een vaste stop is voor iedere touringcar die Ijsland rondreist. Ik kan eenieder aanraden om de 40km makkelijke onverharde 842, en het kleine stukje  F26 te rijden om deze waterval te bekijken, ookal blijf je liever dichter bij de ringweg 1 en zie je het niet zitten om verder de F26 te volgen.

De Áldeyarfoss


Aan het einde van de 842 op de 1 even oostelijk gegaan naar de Gođafoss, voor de broodnodige benzine (en koffie). Sinds de laatste tankstop zo'n 250km gereden, dus mens en motor waren toe aan wat brandstof.
Even inkopen gedaan bij het tankstation, een paar minuten rondgekeken bij de waterval en de 1 westelijk gevolgd naar Akureyri, de grootste plaats op Noordelijk Ijsland. Net ervoor zuidelijk de 829 op waar volgens het overal gratis mee te nemen infoboekje "Around Iceland" in Hrafnagil een kampeerveldje zou zijn bij een openbaar zwembad. Goed plekje dus om een avondje op te warmen.


Wordt vervolgd...
Geert Hp2
Only dead fish go with the flow

Steefke™

Steek ons maar ff de ogen uit :wink:
geweldig :!:
Smells like rubber

Zwerver

Deel 3

Dag 15, over de Kjölur naar Hveravellir...

Met zonnig weer opgepakt en richting Akureyri, daar even getankt en de 1 westelijk genomen tot een km of 30 voor Blöndos, en zuidelijk afgeslagen de F35, de Kjölur, op.
Een koud en saai asfaltritje van een 120km, en zeker de hoogvlakte Öxnadalsheiđi was erg fris. De F35 is een stuk beter begaanbaar dan de F26, officieel geen doorwadingen,
en minder hellingen, wat je ook meteen merkt aan de toegenomen hoeveelheid verkeer, waaronder ook gewoon 2 wiel aangedreven vierwielers.
Landschappelijk is deze route wel mooier, prachtige vergezichten over de vele gletsjers, en door het zonnige weer erg scherpe contrasten tussen zwarte bergen en ijs.

Op de Kjölur en de F35


Eindstop voor vandaag was de camping bij Hveravellir met zijn warme bronnen, een prachtplek die ik iedere Ijslandbezoeker kan aanraden.  Na 80km F35 oostelijk afslaan de F735 op
en deze 2km volgen. Net boven de camping is een vulkanisch actief stuk, vergelijkbaar met Namarskand en Geysir, dus stoomblazende en bulderende minivulkaantjes, pruttelende moederpoelen en
kokendhete bronnen. In de beek naast de camping is een bassin gemetseld van zo'n 3x6x1m, en een warme en koude bron zijn afgetapt mbv twee dikke slangen die op de rand van dit bassin uitkomen.
Wordt het te warm, warmwaterslang over de rand, te koud, koudwaterslang eruit. Zoiets moest iedere camping hebben, een warm bad met uitzicht op de omliggende gletsjers.

De camping in Hveravellir


Dag 16 Hveravellir

De dag begonnen met een lekker warm bad, zalig! Plan was om een dagje in de omgeving te gaan rijden en wat gletsjers en de warme bronnen bij de Kerlingarfjöll te gaan bekijken.
Echter had niemand echt trek om veel te doen en hebben we er een beetje een hangdagje van gemaakt, wat gewandeld, wat gelezen, en zo nu en dan weer even in bad gezeten.
Het leek wel vakantie!

Het vulkanisch actieve gebied bij Hveravellir


Rond de camping zijn meerdere plekken te zien waar wat rook en stoom uit de grond komt, dus zijn we die 's middags eens van dichtbij gaan bekijken, heel apart.
's Avonds een prachtige zonsondergang.

De stoompluimpjes en de zonsondergang


Dag 17, over de Kjolur en de Kaldidalur

Mijn resterende tijd op Ijsland is beperkt, dus vandaag een wat langere rijdag gepland. Eerst de F35 zuidelijk met veel zon en door de droogte veel stof naar onze eerste pauze voor die rit bij de
Gullfoss, de Gouden Waterval. Hoewel erg druk, zeker een stop waard. Vervolgens door naar de iets verderopgelegen Geysir, waar de Strokkur nog steeds iedere 8 minuten een behoorlijke lading
heet water de lucht in knalt.

Op de stoffige F35


De Gullfoss en de Strokkur


Vervolgens de geasfalteerde 37 naar Laugarvatn, daar de nu deels geasfalteerde 365 naar het Þingvellir National Park, de enige plek waar de scheiding tussen de Eurazische en Amerikaanse
continenten boven zee te zien is in de vorm van een grote scheur.
Noordelijk de mooie, bochtige, maar geasfalteerde 52 een stuk gevolgd en noordelijk afgeslagen de F550 Kaldidalur op. Deze 50 kilometer lange bergroute is goed te rijden, ook hier veel wasborden,
af en toe stuifzand en pittige steenhellingen, maar geen doorwadingen. Ook hier weer mooie vergezichten over de omliggend ebergen en gletsjers.

Op de Kaldidalur


's Avond gekampeerd in Húsafell, net aan het einde van de 550. Een mooie camping met perfecte binnenkookruimte (waarvan pas de volgende dag bleek dat we die eigenlijk niet hadden mogen gebruiken als tentkampeerder.

Dag 18, naar de zeehonden bij Hvamstangi

Het is intussen maandag, en donderdag moet ik aan de andere kant van het eiland zijn voor de boot. Marlies, John en Ulli hebben nog een week langer, en willen graag de westfjorden in,
maar besluiten toch iets van hun route af te gaan om samen naar Hvamstangi te rijden, waar op de noordpunt van het schiereiland een grote zeehondenkolinie huist.

Met een redelijk straf windje vertrokken, en al na een paar minuten rijden de eerste pauze bij de Hraunfossar, een wel erg aparte waterval. Door de naast de rivier gelegen lavamassa stromen
tientallen kleine beekjes en riviertjes, die samen een groot waterspectakel vormen.

De Hraunfossar


Via de 519 en 50 naar de 1 en vervolgens noordwaarts. Een verrrassend mooi stuk 1 door de lavavelden gevolgd door een hoogvlakte met erg mooie vergezichten.
Afgeslagen de 72 op naar  Hvamstangi, tentje opgezet, even het dorp in om te neuzen bij een TaxFree Wolwinkel, en de onverharde maar goed berijdbare 711 gevolgd naar het noorden.
Na een km of 20 het eerste bordje naar een zeehondenkolonie, maar deze zijn moeilijker te zien omdat ze vooral op de eilandjes voor de kust liggen. 20km verder is de betere plek om ze te zien.
Motoren neergezet, en een 20 minuten gelopen door een verstilde baai naar de rotsen. De eerste zeehond lag pal onderaan de rotsen, zo'n 10 meter van het strand, dus na wat rustig ernaartoe sluipen
goed te fotograferen.

De stille baai ...


De zeehonden bij Hvamstangi


Verder was zo'n beetje ieder rotsje net uit de kust wel bezet door groepjes zeehonden, dus we zijn er een uurtje of wat blijven kijken.
Na een natte 40km terug mijn zwevende ribben ingeleverd en de anderen getrakteerd op een etentje, het was onze laatste avond samen.

Dag 19, de hele noordkust in 1 dag

Dinsdag, dus nog twee hele dagen te besteden eer ik in de haven moet zijn. Plan is vroeg te vertrekken en richting Húsavík te gaan, en daar eventueel nog een middagje de boot op te gaan om walvissen te zien.
Tegen 10:00 afscheid genomen van de anderen en over de 1 zo'n 250 km westelijk gereden, koud en nat.  De 85 naar Húsavík was niet veel droger en de wind begon behoorlijk toe te nemen, dus besloten om
de walvistocht over te slaan, via de 87 naar het Myvatn te gaan en daar weer een stukje 1 te nemen. Na Myvatn de F862 noordelijk genomen langs de Dettifossen richting camping bij Ásbyrgi, waar we op mijn eerste Ijslandtrip onze eerste overnachting hadden. Intusen plensde het onophoudelijk, icm harde wind, dus niet echt aantrekkelijk om al te stoppen en een tentje op te zetten.
Via de 864 weer terug naar de 1, met intussen storm, regen en vele wasborden. De als slechter aangegeven F862 was een stuk makkelijker te rijden.
Een moeilijke rit over de 1 volgde, harde, stormachtige wind  van opzij, dus op een gegegevn moment besloten de kust op de zoeken in de hoop dat de wind daar minder zou zijn. Via de 85, wind meest tegen,
en de 917, wind van alle kanten, uiteindelijk tegen 18:30, met een goede 600km op de dagteller in Egilstađir aangekomen.

Daar wat gegeten en opgewarmd, en besloten ook de laatste korte etappe van 25km naar Seyđisfjörđur vandaag te doen, in plaats van nog eerst een nachtje kamperen in het toch wat grotere Egilstađir.
Dit werd zo'n beetje de ergste rit van mijn leven....

De wind was intussen overgegaan in een heuse storm, en uit de luwte een bocht uitkomende stond ik in de 3e versnelling stil op de weg. Terug naar 2, naar 1, flink gas en weer vooruit.
Enkele keren gestopt in de berm omdat ik gewoon weggeblazen werd, en de resterende 22km in de eerste versnelling, met regelmatig een voetje bijzetten en de hele weg gebruikend,
over de helling en afgedaald naar Seyđisfjörđur, waar ik toch wel doodop en ietwat onderkoeld om 20:30 aankwam. Onderweg een paar keer overwogen de motor in de berm te leggen en
erachter te schuilen tot het beter werd, maar toch maar doorgezwabberd.
Eerst weer even opgewarmd in de erg lekker warme douchegebouw, en daar wat kleren uitgehangen om wat uit te druipen, en vervolgens een rondje over de camping gelopen om een beschut plekje
voor de tent te vinden, dat liefst ook niet geheel onder water stond.

Voordeel van een dagje eerder hier aankomen, dus voor de grote groep kampeerders die ook deze boot moeten hebben, is dat zo'n plekje makkelijk te vinden was.
Tentje opgezet, koffie gezet en zo'n beetje al mijn kleingeld in de douche opgemaakt om wat warm te worden. Wat een dagje!

Geen enkele foto gemaakt vandaag, te druk bezig geweest rijden...

Dag 20, rust in Seyđisfjörđur

Om bij aankomst in Denemarken meteen wat kilometers te kunnen maken eerst  een tankstation op gezocht voor wat benzine en wat lucht voor mijn banden die nog steeds op 1.7 bar stonden.
Mijn pinpassen waren nogal nat, en wilden dus niet werken bij de pomp (bijna alle pompen onderweg zijn enkel met pinpas). Een vriendelijke Ijslander boodt uitkomst, zijn pas deedt het wel.

De bandenpomp had geen drukmeter, dus op de gok maar wat bijgepompt en met mijn eigen metertje gecontroleerd, en de druk in de achterband van 5 naar 2.7 bar teruggebracht.
Voor beter gegokt en maar van 3.5 hoeven terugbrengen naar 2.7.  Aanrader dus om in ieder geval zelf een metertje mee te nemen; niet alle pompen hebben een drukmeter, en als wel, meest
alleen met aangave in PSI, waarvan ik de omrekening naar Bar niet zo paraat heb.

Verder wat inkopen gedaan voor op de boot, geen zin om gedurende de 52urige boottocht terug ieder hapje te moeten gaan halen in het restaurant of cafetaria, en een middagje gewandeld langs het fjord.

De camping en downtown Seyđisfjörđur



Dag 21, de boot in

Een drukte van jewelste met alle inpakkende mensen, het was de avond ervoor behoorlijk druk geworden. Het weer was droog, dus eerst maar eens koffie gezet en ontbeten, de haven was 500m verderop en pas om 11:00 hoefden we in te checken. Tanktas gevuld met spullen voor aan boord en de rest in koffers en roltas achterop gepakt, en naar de haven, waar zo langzaamaan iedereen zich begon te verzamelen. Leuk om weer
wat mensen te treffen die ook op de boot heen zaten en die ik zo hier en daar onderweg ook nog had ontmoet, en om hun enthousiaste verhalen te horen. Vooral de 2 Zweden met hun 950's hadden mooie verhalen, hun route was echt een stuk extremer geweest dan de onze, wat ook hier en daar te zien was aan de battle scars op hun motoren en koffers.

Inschepen verliep ook nu weer lekker rustig, en tegen 13:00 zat ik met een biertje en camera aan dek, om op gepaste wijze afscheid te nemen van Ijsland.

In de haven en de laatste blik op Ijsland, voor deze vakantie dan


Na een uurtje of 3 varen een stuk of wat Orka's gezien, voor het eerst in mijn leven, prachtig. Minder prachtig is dat het me niet is gelukt er iets van te fotograferen; 300mm telelens op de camera (andere in de hut) is niet de manier om snel op duikende en verdwijnende vinnen pal naast de boot vast te leggen.

Dag 22, op de boot

Na een avondje TaxFree bier met de andere motorrijders, en een hoop mooie verhalen, vandaag een erg rustig dagje aan boord. Rondje lopen, kopje koffie, luie stoel aan dek en boekje, rondje lopen....
Van de stop 's morgens op de Faroer weinig meegekregen, wel gehoord dat de Duitsers voor ze naar bed gingen nog even aan land zijn gegaan.

Dag 23, Van Hanstolm naar Nødager (MC Kamp)

Hier op het forum goede berichten gelezen over het Deense MC Kamp, en hoewel het niet op de meest logische route lag, toch besloten hier nog een nachtje te gaan staan in plaats van de nacht door te rijden naar huis. De boot kwam aan om 18:00 maar omdat de motoren helemaal achterin stonden pas om 19:30 aan land. Samen met de Zweden een stukje noord-oost gereden, gedag gezegd en door naar Nødager, waar ik tegen 21:30 aankwam.

Op de camping nog even gesproken met enkele Nederlanders op weg naar Noorwegen, die vroegen of ik ook wel eens op het GS-forum kwam...
Na met Mieke en vriend/man nog ff gekletst te hebben naar de bar gegaan voor mijn laatste vakantiebiertje en een muggenvrij moment; er vloog nogal wat rond op die camping, en ik had niets van anti muggenspul bij me...


Dag 24, Van Nødager naar huis

Weinig spannends, 8.30 vetrokken, 50km binnendoor naar Århus, daar tank volgegooid, verstand ingepakt en blik op oneindig gezet en begonnen aan de 850km autobaan naar huis.
Helaas mijn schapenvacht verloren, dus regelmatig even een stukje moeten staan op het zitvlees wat af te koelen en er wat bloed doorheen te laten gaan.
Om 17:30, dus na een lange dag met veel file, thuis....
Geert Hp2
Only dead fish go with the flow

Busaberke

Suzuki Hayabusa 1999
Triumph Tiger 2009